Zo trekt de overheid de regie over nieuwbouw naar zich toe

Home
/
Blog
/
Zo trekt de overheid de regie over nieuwbouw naar zich toe

Als projectontwikkelaar weet je als geen ander: de woningmarkt in Nederland staat voor een aantal grote uitdagingen. Niet alleen op het gebied van betaalbaarheid en duurzaamheid, maar ook op het gebied van beschikbaarheid. De Rijksoverheid trekt de regie naar zich toe en heeft recent twee wetten voorgesteld: ‘regulering middenhuur’ en ‘versterking regie volkshuisvesting'. Wat betekent dit voor jou? En hoe houd je toch de vaart in nieuwbouwprojecten?

We staan voor een flinke bouwopgave in Nederland. De kabinetsdoelstelling van 900.000 nieuwe woningen voor 2030 gaan we met het huidige bouwtempo niet halen. En dan wil het kabinet voor 2030 ook nog 2,5 miljoen woningen isoleren en 1 miljoen woningen voorzien van een hybride warmtepomp. Als extra handicap zijn de huurprijzen excessief gestegen en zijn er steeds minder betaalbare koopwoningen beschikbaar. Uitdagingen genoeg dus. De voorgestelde wetgeving maakt het er niet eenvoudiger op.

Regulering van de middenhuur

Met de wet ‘regulering middenhuur’ krijgt de middenhuur huurprijsbescherming door middel van een puntensysteem. De huurprijsbescherming gaat gelden voor lage en middenhuur en wordt dwingend. Voor 300.000 woningen betekent dit dat de huurprijs met gemiddeld € 190 per maand omlaag zal gaan. Het doel van de regeling is het creëren van meer betaalbare huurwoningen, betere bescherming van huurders, verduurzaming van woningen en blijvende investeringsbereidheid in nieuwbouw. Maar juist dat laatste is volgens de branche een probleem, waarover hieronder meer.

Uitdaging 2: versterking regie op volkshuisvesting

De wet ‘versterking regie op volkshuisvesting’ moet zorgen dat tweederde van alle nieuwbouw betaalbaar is: zowel sociale huur, als middenhuur en goedkope koop. Het kabinet wil gemeenten verplichten om 40% van hun nieuwbouwopgave voor middeninkomens te realiseren. Gemeenten die nu qua aanbod onder het landelijk gemiddelde zitten, moeten bij nieuwe projecten minstens 30% sociale huurwoningen laten bouwen. Met deze regelingen wil het kabinet procedures versnellen, grip krijgen op locaties, bepaalde doelgroepen sneller aan een woning helpen en zorgen voor betaalbare woningen.

Maar dan de praktijk: serieuze kanttekeningen

Hoe goed bedoeld ook, met deze wetten ontstaat er volgens de bouwbranche juist vertraging in het bouwen van nieuwe woningen. Op dit moment worden de goedkopere sociale huurwoningen namelijk gesubsidieerd door de duurdere vrijesectorwoningen. Als ook het middensegment op deze manier gesubsidieerd moet worden, kan het niet meer uit en loopt de machine vast. NEPROM, de vereniging van Nederlandse projectontwikkelingsmaatschappijen, roept dan ook op tot het aanpassen van de marktomstandigheden. Er moet ruimte zijn voor lokale en regionale afwegingen zodat er maatwerk toegepast kan worden. Ook ING heeft al aangegeven dat de kabinetsplannen zeer waarschijnlijk een rem gaan zetten op de bouw van nieuwbouwwoningen.

De conclusie: averechts effect

Er is al veel gezegd en geschreven over de plannen van minister De Jonge, maar de conclusie lijkt duidelijk: de nieuwe wetgeving zal funest zijn voor de hele woningbouwsector. Projectontwikkelaars, woningcorporaties, bouwers en investeerders houden de hand op de knip en de rem op de plannen, in afwachting van meer duidelijkheid. Lopende projecten worden geparkeerd of zelfs gecanceld. De verwachte huuropbrengst zal immers (veel) lager zijn dan vooraf berekend en dus zal ook de belegger minder willen betalen voor de woningen. En dat terwijl de kosten voor de projectontwikkelaar gelijk blijven. Per saldo zal het aanbod aan huurwoningen dus alleen maar afnemen, doordat de verhuur onrendabel(er) wordt.

Maar wat nu dan?

Natuurlijk, de (voorgestelde) nieuwe wetten zijn er niet voor niets en er moet iets gebeuren om tegemoet te komen aan de woningnood. Maar waar liggen dan de mogelijkheden? Mogelijke oplossingen liggen in de eerste plaats bij het kabinet en een aanpassing of afzwakking van de nieuwe regels. Maar daarnaast hebben ook projectontwikkelaars instrumenten in handen om het tij te keren. Zo kunnen en zullen zij gaan heronderhandelen over bijvoorbeeld grondprijzen. Daarnaast kunnen zij de stichtingskosten verlagen door samen te werken met partners op het gebied van energie. Gedeelde kosten zijn tenslotte lagere kosten.

Samen investeren in duurzame energie

Evoyo is de aangewezen partner om een deel van deze uitdagingen het hoofd te bieden. Wij investeren namelijk mee in het duurzame warmtesysteem. Bij een gemiddeld bouwproject vormen de energiesystemen een kwart van de stichtingskosten. Als wij hierin mee investeren, worden de stichtingskosten lager en daarmee de woningen betaalbaarder.

Naast het ontwikkelen, installeren en voorfinancieren van warmtesystemen, zorgen wij ook voor het onderhoud van de systemen. Daarmee maken we het makkelijk voor de projectontwikkelaar of woningcorporatie én de toekomstige bewoners.

Wil je eens sparren over de mogelijkheden en hoe wij jou als projectontwikkelaar kunnen bijstaan? Neem gerust contact met ons op. Dan maken we samen een plan voor de toekomst.

 

Deel dit artikel op
FacebookTwitterLinkedInWhatsApp